ABN AMRO heeft bot gevangen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) over te veel betaalde rentes door klanten, die daarvoor een vergoeding moeten krijgen. Volgens de Commissie van Beroep van het instituut moet de bank bij het berekenen van de compensatie ook rekening houden met rente over rente..
In de kwestie gaat het om klanten die een doorlopende lening hadden met een variabele rente. ABN AMRO volgde, net als andere banken zoals ING en Rabobank, met zijn rentes niet genoeg de marktrente. Kifid oordeelde eerder al dat klanten dat wel mochten verwachten, tenzij de bank nadrukkelijk anders had vermeld. De vergoeding kan zomaar honderden euro’s per klant betekenen.
Rente op rente
Claimorganisatie Geldbelangen denkt dat de uitspraak van Kifid de bank nog eens 170 miljoen euro kan kosten bovenop de eerder berekende compensaties.
De bank hoefde van de Geschillencommissie aanvankelijk niet de rente op rente te vergoeden. Iets wat andere banken in soortgelijke gevallen wel deden in hun compensatieregeling. Maar Geldbelangen liet het daar niet bij zitten. De Commissie van Beroep bij het klachteninstituut geeft de organisatie nu gelijk. De bank zal met terugwerkende kracht alsnog de te veel betaalde rente in zijn berekeningen moeten opnemen.
ABN AMRO had tot nu toe 340 miljoen euro opzijgezet voor de compensatieregeling. Dat bedrag zal volgens Geldbelangen sowieso flink omhoog moeten.
De uitspraak zou ook nog gevolgen kunnen hebben voor ING en andere banken, geeft voorzitter Rob Goedhart van de claimorganisatie aan. Maar dat kan hij nog niet met berekeningen ondersteunen. Alleen Rabobank zou tot nu toe in zijn compensatieregeling rekening hebben gehouden met rente op rente.
“Het was echt belachelijk dat banken als ABN Amro en ING, daarbij gesteund door de Consumentenbond, het heel normaal vonden dat als een klant in maart 2009 20 euro te veel betaald had hij nu alleen die 20 euro terug zou krijgen”, zegt Goedhart. Zelfs een “nitwit” zou volgens hem snappen dat dat méér moet zijn. “En het was ook belachelijk dat de Geschillencommissie daarin meeging.”